Twee mensen staan voor een drukke verkeersweg. De ene schiet snel naar de overkant. De andere wacht een rustig moment af. Vraagt de ene: waar bleef je nou? Zegt de andere: Mijn engel¬bewaarder zei dat ik beter even kon wachten. O ja?, zei de andere, die van mij zei: opschieten het kan nog net! Is dat allemaal onzin? Of worden wij toch op één of andere manier vergezeld door hemelse geesten? Wat betekenen engelen voor ons? Kunnen wij ze tegen komen?
In de bijbel wordt de grote finale van onze geschiede¬nis beschreven als een indrukwekkende plechtigheid, waaraan een onafzienbare menigte van engelen en mensen deelneemt. Engelen vervullen een belangrijke rol in dit visioen. Zij worden de ene keer beschreven als hovelingen, de andere keer als soldaten die samen de legermacht van de hemel vormen. Uiteraard is het een mobiele brigade, voorzien van vleugels, want zij moeten overal tegelijk inzetbaar zijn.
In de bijbel komt de engel telkens zeggen wat God gaat doen. Zo zien we de engel optreden in de verhalen van de Bijbelschrijvers. Ze hebben hem nodig om in hun verhaal te laten horen hoe God op een bepaalde wijze met zijn volk omgaat. Ze laten daarom de engel nooit als zelfstandig wezen optreden. Hij bestaat al¬leen, voor zover hij een functie heeft in de wijze waarop de God van Israël iets aan zijn volk zegt of doet. Daarom spreken ze bijna nooit over een engel of engelen, maar over de engel - of liever - de bode van de Heer, want de mensen die in het verhaal een rol spelen, krijgen in de ont¬moeting met deze bode met God zelf te maken. De engel heeft in de bijbel de functie om een bepaalde wijze van omgaan van de Heer met zijn volk te karakteriseren. Hij bestaat bij wijze van spreken. Bij wijze van spreken over de God van Israël. De vertellers verhalen dat de God van Israël anders is; niet te plaatsen, te vangen en in onze schema's onder te brengen. Maar ze willen vertellen dat deze God hen ontmoet heeft en steeds opnieuw wil ontmoeten. In de rol van de engel zijn beide momenten helemaal aanwezig. De hemel is de verborgenheid, de aarde de openbaarheid, waarbij alles wat van Godswege gebeurt, gebeurt vanuit de hemel op aarde. Hierin zien we nu juist de engel, de bode, zijn rol spelen.
Vandaag de dag versie¬ren engelen onze plafonds: ornamenten in stuc¬werk. Zo mogen zij met mollige blote billetjes vrome spreuken omhoog houden of op een andere manier als lijstwerk fungeren. Dan is er helemaal niets meer over van die sterke figuren, die de kracht van Gods aanwezig¬heid mogen laten voelen.
Maar het moet ook gezegd worden dat engelen opnieuw in de belangstelling staan. Allerlei mensen verhalen van ontmoetin¬gen met engelen. Soms zijn het engelen die zich openbaren in menselij¬ke gedaan¬te. Soms zijn het alleen maar lichtende gestalten. Degenen die het hebben meegemaakt zijn er absoluut van over¬tuigd met een engel te maken hebben gehad. Of deze mensen werkelijk engelen hebben gezien is natuurlijk nooit na te gaan. Wat echter onomstote¬lijk vaststaat is, dat het voor de betrokkenen zelf ingrijpen¬de en onvergetelijke gebeurtenissen zijn geweest.
In de bijbel worden twee engelen met name genoemd: Michaël en Gabrië¬l. Michaël wordt gezien als de hoog¬ste, de aanvoerder van de hemelse legermacht. Gabriël is de naam van de engel die aan Maria de blijde boodschap brengt. Hij is de boodschapper van God die eenvoudi¬ge mensen vertelt dat God grote dingen wil doen.
Engelen: wezens die tussen God en de mensen in staan, die God dienen maar ook voor mensen opkomen, bemiddelaars. Beelden van met name genoemde engelen zijn voor velen van ons uit het zicht verdwenen, restanten uit een verouderd verleden. Ze zijn overbodig geworden, want in onze beleving is God van zijn voetstuk gekomen en naast de mensen komen staan. Er staat met andere woorden niets meer tussen God en de mensen in. Of zetten we daarmee de mens op een te hoog voetstuk?
Ik geloof en verwacht dat het hart van de hemel en het hart van de aarde elkaar raken, opdat wij mensen niet zo verloren staan. Zodat mensen voor wie deze boden van vrede levende werkelijkheid zijn er oriëntatiepunten voor hun leven in ontdekken. Zodat mensen die zich niets kunnen voorstellen bij deze beelden, andere leefbare oriëntatiepunten zouden kunnen vinden.
Engelen: gedaantes die uit het niets verschijnen en in het niets verdwijnen, onverklaarbare gebeurtenissen die de loop van je leven onmiskenbaar hebben veranderd. We hebben bovennatuurlijke krachten grotendeels uit onze belevingswereld verdrongen. Als er iets gebeurt wat we niet kunnen begrijpen, dan noemen we het een samenloop van omstandigheden. Prestaties, leuke dingen, zijn een verdienste van ons¬zelf. Mislukkingen, minder leuke dingen zijn een gevolg van stomme pech. We doen er alles aan om de greep op onze wereld niet te verliezen.
Ik geloof en verwacht dat het hart van de hemel en het hart van de aarde elkaar raken, opdat wij mensen niet zo verloren staan. Zodat mensen die zich bij alles richten op krachten buiten hen, zichzelf ook durven te vertrouwen. Zodat mensen die niets willen weten van dingen die onze waarneming te boven gaan, ook het onbekende leren te vertrouwen.
Engelen: mensen die er plotseling voor je blijken te zijn en die onverwacht een helpende hand toesteken die het onmogelijke mogelijk maken. We vinden het vaak moeilijk om onszelf te verlaten op andere mensen - ze zouden je kunnen kwetsen. Het is misschien nog moeilijker om toe te geven dat je anderen nodig hebt - dat betekent immers toegeven dat je het niet in je eentje kunt, een teken van zwakte. Niettemin is het goed om te weten dat je niet alleen op deze wereld bent.
Ik geloof en verwacht het hart van de hemel en het hart van de aarde elkaar raken, opdat wij mensen niet zo verloren staan. Zodat mensen die volledig durven te vertrouwen op anderen ook al zijn die onbekend mensen als engelen om zich heen weten. Zodat mensen die niet graag op anderen aangewezen zijn mensen als engelen om zich heen vinden.